Kaal is de plek in Eibergen waar de pastorie van Sluiter stond

Schermopname 3077

Illustratie bij artikel Bennie te Vaarwerk over plek (rechts) van Sluiters pastorie.

De plek in Neede waar Willem Sluiter is geboren en in de Grote Kerk in Zwolle, waar hij is begraven, herinnert een kunstwerk aan deze dichter. Kaal is de plek aan de J.W. Hagemanstraat in Eibergen waar hij de meeste van zijn vele dichtregels schreef. Tot verdriet van Bennie te Vaarwerk (1958-2018), man van archieven, heerlijkheid Borculo en de Achterhoek. Hij onderzocht waar Sluiters pastorie stond en markeerde deze plek met een digitaal verhaal.

Uit dichtregels van Sluiter leidde Te Vaarwerk, die publiceerde via zijn site Geschiedenis Stad en Heerlijkheid Borculo (zie https://www.heerlijkheidborculo.nl/wp-content/uploads/2014/08/Van_achterhoek_tot_Achterhoek_BtVw_versie_4_22022015.pdf), af dat hij vanuit zijn pastorie uitzicht had op het open veld. Voor het Eibergen van die dagen betekende dit dat hij aan de zuidoost‐ of oostkant gewoond moet hebben. De woningen aan de zuidkant keken uit op de Hagen, die waarschijnlijk bebost was. De zuidoost‐ en oostzijde is de kant van de tegenwoordige J.W. Hagemanstraat, die in Sluiters tijd Nieuwstraat heette en waaraan nog maar net de eerste huizen gebouwd waren. De weg liep naar het Eibergse Veld.

Nieuwstraat

Het leek Te Vaarwerk aannemelijk dat Sluiter gewoond heeft in het historische oostelijk deel van de Hagemanstraat tussen het Wapen van Eibergen en Gellekink, dat in zijn dagen nog Nieuwstraat heette.

Schermopname 3083 bewerkt-1

Kaart op basis van Google Maps van deel van centrum Eibergen, met de plek van zijn Oude Mattheuskerk en waar zijn pastorie stond. 

Toenmalig medewerker Chris Smeenk van Museum de Scheper in Eibergen, meldde hem dat in het in 1927 verschenen boekje Eibergen voorheen en thans van H.A. Huender de locatie van de pastorie nader omschreven is. Hierin staat: “Volgens de overlevering heeft Willem Sluyter gewoond achter het huis nu bewoond door den winkelier G. ter Weeme (…).”

‘Wrang’

Te Vaarwerk voegde hieraan toe: “Chris stuurde een kopie van een oude ansicht mee van de Groenloschestraat, zoals de straat ook tot en met de Tweede Wereldoorlog heette. Volgens hem zou dat achter het huis met de bomen en de vrouwen zijn (2de huis rechts[; zie illustratie bij dit verhaal]. Inderdaad kan vanaf die locatie Sluiter goed zicht gehad hebben op het (begin van het) Eibergse veld. Daarom is het wrang dat juist dat gedeelte van de huidige gemeente Berkelland alsmede de projectontwikkelaar geen respect lijken te tonen voor de plek van waar het woord achterhoek die positieve betekenis kreeg die nu ten grondslag ligt aan de naam Achterhoek.”

Hiermee verwees Te Vaarwerk naar Sluiters bekendste dichtregels: Waer iemant duisent vreugden soek,/ Mijn vreugt is in dees’ achter-hoek. Te Vaarwerk concludeerde al dat Sluiter hierbij niet de (huidige) geografische gebied Achterhoek voor ogen had, maar dat het voor hem in de eerste plaats zijn hoekje bij de haard in Eibergen was en meer specifiek zijn pastorie. Daarom vond hij het ook zo belangrijk te weten waar die pastorie stond. De oorspronkelijke bebouwing op deze plek was voordat Te Vaarwerk zijn punt maakte overigens door allerlei verbouwingen in de loop der eeuwen al onherkenbaar veranderd.

Gids van H.W. Heuvel

Streekschrijver H.W. Heuvel, die  vaker heeft gepubliceerd over Sluiter, meldde in de Gids voor Eibergen en Groenlo (1922) in reactie op de vraag waar zijn pastorie stond: “Op den hoek bij het nieuwe logement van Wormmeester splitst zich de dorpsstraat: links gaat het op Neede en Haaksbergen, rechts op Groenlo. Aan de Groenlosche straat, waar nu het huis met winkel van L. H. Elbrink staat, was volgens een overlevering de Wehme van Sluyter.”

Nog meer zekerheid ontleende Te Vaarwerk aan de overdracht op 17 september 1688 door dominee Johannes Sluyter, predikant te Raelte, en zijn zuster Charlotte Gertruid Sluyters, de twee kinderen van de dichter, van het huis en hof die daarachter ligt ‘binnen de stadt Eybergen in de Nieuwstraete (...) staende ende gelegen’ aan dominee Johannes Adolphus Meiling, predikant te Eibergen, en diens vrouw Anna Rhemincks.

Verhaal van F.J. de Leeuw

Een krantenartikel in het Sluiterarchief van Museum de Scheper vormde de aanleiding op de site van het informatiepunt over Sluiter een artikel te publiceren over de plek waar zijn pastorie stond. Er staat niet op vermeld wanneer en in welk blad het werd gepubliceerd. De initialen F.J. de L. onthullen dat vrijwel zeker F.J. de Leeuw de auteur is geweest. Van hem verschenen in 1979 en 1982 fotoboeken onder de titel Eibergen in oude ansichten. Zijn verhaal (zie illustratie hierbij) geeft veel minder informatie dan dat van Te Vaarwerk en is ook wat verwarrend. Hij opende met een zin over woning waar een boerenwagen voor staat. Op de begeleidende foto is die helaas niet te zien.

DSC06100 2 bewerkt-2

 Artikel van (waarschijnlijk) F.J. de Leeuw in Sluiterarchief.