Frontispiece van kunstzinnige zwager in Deventer

op .

Willem Sluiter heeft vanaf zijn studietijd als leerling van de illustere school tot aan zijn waarneming van de predikdienst in zijn laatste levensjaar, na zijn vlucht in het Rampjaar 1672, banden onderhouden met Deventer. Uit deze stad waren zijn schoonouders afkomstig, de Borculose rentmeester Johannes Hoornaerts en zijn vrouw Margaretha van Boekholt, dochter uit een voornaam Deventer patriciërsgeslacht. Schilder Pieter van Anraadt, die hem portretteerde, was werkzaam in Deventer. Willem Sluiters eerste uitgave in boekvorm, zijn Psalmen, Lof-Sangen en Geestelike Liedekens, is te Deventer gedrukt en uitgegeven door Jan Colomp in 1661. Een kunstzinnige zwager uit Deventer leverde er een bijzondere pagina voor: de frontispiece, een grote illustratie op de bladzijde tegenover de titelpagina. Hij was getrouwd met Geertruid, de tweede dochter uit Tilman Sluiters eerste huwelijk. Mr. H.J. Steenbergen publiceerde over hem in De Sluiters en hun familie, in Archief, tevens orgaan van de Oudheidkundige Vereeniging De Graafschap, december 1954, pag. 55-62. Hij schreef: “Johan van Steegeren was aldaar stadsglazeschrijver en mocht vele opdrachten voor het stadsbestuur uitvoeren, doch liet zijn vrouw Geertrui reeds vóór 1676 als weduwe achter, die met behulp van haar zwager Herman Gelinck in juni 1676 betaling verkreeg voor een door haar man geleverd glas, door de Stad Deventer aan de Schult van Holten en Bathem, Everard Westerhijs, vereerd.” Opmerkelijk is nog dat de titel van de frontispiece, Heilige Gezangen, afwijkt van die op het titelblad! Dat Sluiter de stad Deventer niet meed, lijkt ook af te wijken van zijn voorkeur voor het buitenleven en dees’ achter-hoek. Het is echter nog maar een kleine stap vergeleken met alle plaatsen in het westen des lands, waar hij noodgedwongen verbleef toen hij twee keer moest vluchten en waar vrijwel alle overige werk van hem werd gedrukt en uitgegeven.

DSC03638 2 kopie bewerkt-1 k bewerkt-1